Bereid je voor op zwoele zomerse dagen met kunstwerken uit de collectie van Galerie 23 Hedendaagse Afrikaanse Kunst.
Abou Sidibé, geboren in 1977 in Abidjan, Ivoorkust volgde daar een kunstopleiding aan de aan de Bingerville academie. Zijn familie komt uit Mali, een land waar hij nog altijd sterke banden mee heeft. Zelf woont hij tegenwoordig in Burkina Faso, waar hij een atelier heeft in de hoofdstad Ouagadougou. De sculpturen van Abou Sidibé (1977) bewegen zich op het raakvlak van traditie en moderniteit. Traditioneel is het vakmanschap waarmee hij het tropische hardhout als zoveel houtsnijders voor hem zijn vorm weet te geven en weet te bezielen. Nieuw en verrassend zijn de elementen die hij daar aan toevoegt: ijzeren objecten, touw, platgeslagen conservenblikjes. Nieuw zijn ook zijn assemblages uit louter oude al eerder gebruikte materialen. Zelf noemt hij deze herscheppingen “manamako”, wat in het Bambara, de taal waarmee hij opgroeide, “leven geven” betekent. Abou Sidibé exposeert regelmatig in (West) Afrika en in Europa. In Nederland was zijn werk te zien in o.a. galerie Huijs Basten Asbeck in Groenlo en in het Glazen Huis in het Amstelpark. In Ouagadougou nam hij deel aan een workshop met Nederlandse beeldhouwers en bronsgieters.
Autodidact Tété Azankpo (1968) is met zijn assemblages zijn eigen weg gegaan en heeft zijn eigen stijl gevonden. In zijn assemblages uit 2008 – de ‘Mascerade’ serie – gebruikt hij kleurig, bestaand materiaal, maar beperkt hij zich grotendeels tot foto’s en plaatjes uit tijdschriften en boeken. Die plakt hij op een ondergrond van passend gezaagd hout en met al die puzzelstukjes samen vormt hij een portret. Dat wordt vervolgens met ijzerdraad op een ondergrond van hout ‘genaaid’. Het resultaat zijn werken die veel helderder lijken dan zijn vroegere assemblages. Ze zijn figuratief, daar kan geen misverstand meer over bestaan. Het zijn koppen, ook dat is duidelijk. Inhoudelijk zitten deze werken echter ingewikkelder in elkaar. De beeldleveranciers zijn zorgvuldig gekozen. Ze verwijzen naar de historie en de tradities van zijn land en ze verwijzen naar politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen. Voor een buitenstaander zijn die referenties echter moeilijk te duiden. Bovendien leveren ze tezamen portretten op van mensen die niet-ingewijden niet kennen, maar die door de inwoners van Togo vermoedelijk moeiteloos geïdentificeerd kunnen worden.
Gerald Chukwuma (1973) maakt sculpturen uit materialen die hij in zijn directe omgeving aantreft. Doorleefde planken of panelen van verschillende afmetingen voegt hij tot één geheel samen. Hij doet geen enkele moeite ze mooier te maken dan ze zijn. Vervolgens brengt hij er opvallend kleurige afbeeldingen op aan. Soms zijn die figuratief, een andere keer lijken ze op talige tekens of abstracte vormen. Ze verwijzen naar patronen en symbolen die in de traditionele Igbo cultuur een grote rol spelen. Bovendien lijken ze in hun kleurigheid en speelse vrolijkheid te anticiperen op een betere toekomst. In de ogen van Chukwuma zeggen kleuren meer dan concepten en woorden. Dat ze de meeste kijkers overtuigend weten te verleiden is een welkome bijkomstigheid.