Galerie 23 presenteert bronzen beelden van Boukaré Bonkoungou (Burkina Faso, 1978).
EMOTIONERENDE SCULPTUREN
Dat Boukaré Bonkoungou (1978) met brons werkt is niet zo bijzonder. Burkina Faso heeft een lange traditie in het brons gieten. Het gaat over van vader op zoon. Zo was dat ook in zijn familie het geval. Deels heeft hij het vak dus thuis afgekeken, maar hij heeft daarnaast een opleiding gevolgd aan het CNAA, het ‘National Center for the Arts and Crafts’ in Ouagadougou. Een instituut waar veel kunstenaars hun eerste beroepsstappen hebben gezet (de in Nederland wonende en werkende Papa Adama bijvoorbeeld).
Vaak zijn de bronzen beeldjes die daar gemaakt worden bedoeld voor de toeristen. Ze blijven dan ook binnen de beeldtaal die toeristen aanspreekt. Vakkundig gemaakt, maar inwisselbaar qua vorm en inhoud. Elegante, vaak dansende vrouwenfiguren bijvoorbeeld. Bonkoungou laat dat genre ver achter zich. De beelden in deze tentoonstelling hebben geen moeite dat te bewijzen.
Allereerst beperkt hij zich niet tot brons. Hij combineert in zijn sculpturen hout met brons en soms ook met ijzer. Het hout is niet altijd zichtbaar omdat het schuil gaat onder elementaire kleding gemaakt van traditionele, ruwe Bogolan stoffen. Die combinatie van materialen ontneemt het brons de kilheid en afstandelijkheid die het van nature heeft. Kwetsbaarheid en aanraakbaarheid komen daarvoor in de plaats.
Ook in zijn thematiek wijkt hij af van het gangbare. Hoewel hij ook (grote) diersculpturen als de rhino en wrattenzwijn maakt, heeft hij het toch vooral over mensen, gewone mensen, eenlingen maar vaak ook mensen die iets gemeenschappelijks hebben (scholieren, reizigers, diplomaten, vluchtelingen) of die een relatie hebben met elkaar (ouder-kind, man-vrouw).
Een goed voorbeeld daarvan is de tafelsculptuur Sinistre van een tiental vluchtelingen dat met gehavende of versleten koffertjes, gedesoriënteerd, opgewonden (zwaaiende armen) op weg lijkt te zijn naar een onzekere en onduidelijke bestemming. Hoewel Bonkoungou de hoofden van de mensen elementair uitvoert – haarloze, ronde koppen met gaten als ogen – slaagt hij erin het tafereel emotioneel te maken. Dat doet hij deels door de gebaren en de houding van de vluchtelingen, deels door het brons er versleten uit te laten zien en door oud hout te gebruiken waardoor de materialen aansluiten op het rafelige en het armoedige karakter van het gezelschap.
Zijn de sculpturen over het algemeen redelijk realistisch, bij sommige werken krijgen ze surrealistische trekjes. Ik krijg de indruk dat hij er op die manier een extra symbolische betekenis aan wil geven. Er is bijvoorbeeld een sculptuur, Transmission de savoir, waarbij drie kinderfiguurtjes om een stam zitten. Uit die stam steken twee lange nekken die uitlopen in twee koppen die de blik naar beneden richten. Uit die lange nekken komen touwtjes die verbinding maken met de beweeglijke kinderschare. Het generale thema is de relatie ouder-kind, maar door de vertekening wordt het werk voor meer uitleg vatbaar, zet het meer aan tot denken.
In het algemeen is het zo dat degene die een tentoonstelling inricht enige invloed heeft op de perceptie van kunstwerken. Zoals ook de tentoonstellingsruimte mede bepalend is voor hoe de kijker een kunstwerk ervaart. Bonkoungou lijkt de samensteller een nog grotere vrijheid te gunnen. Ik zag een aantal van zijn menselijke sculpturen toen ze net uit een paar transportkisten waren gehaald. Allemaal eenlingen van ongeveer dezelfde afmeting. Ze stonden in willekeurige groepjes bij elkaar. Ze waren nu eenmaal uit die ene kist of dat ene krat gekomen. Die groepjes gingen echter een eigen leven leiden. Onbedoeld gingen ze zich tot elkaar verhouden. Ik kon er zonder enige moeite een verhaal bij verzinnen waar ze een rol in konden spelen of in hadden gespeeld. Het is dus mogelijk dat ze bij de definitieve inrichting een ander verhaal vertellen, domweg omdat ze op een andere zijn gepresenteerd, lees gegroepeerd.
Dat bewijst in ieder geval dat de kunstenaar, ondanks het wellicht wat afstandelijke basismateriaal dat hij gebruikt en ondanks de geabstraheerde manier waarop hij zijn figuren vorm geeft, erin slaagt ze van herkenbare emoties te voorzien.
Dan ben je een bijzondere kunstenaar.
Rob Perrée
Amsterdam, januari 2017