De Marokkaans Nederlandse kunstenaar Mo Arab (Lelystad, 1985) werkt als een regisseur: verschillende figuren worden in verstilde settings geplaatst.
Groepjes zijn bij elkaar gezet, gemaskerde individuen lijken je aan te kijken en met behulp van hun non-verbale communicatie mag de toeschouwer het verhaal afmaken. De schilderijen ademen een mysterieuze sfeer uit. Dit komt niet alleen door de donkere tonen, maar wordt ook versterkt door de vele figuren die onherkenbaar zijn gemaakt door de maskers en de verschillende kostuums die ze dragen.
Arab studeerde af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), ontving in 2012 de Jan Zumbrink prijs van het HKU en werd in 2017 genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. In dat jaar exposeerde hij ook al bij Galerie 23 met ‘De Donkere Wereld van Mo Arab’.
De schilderijen van Arab worden samen getoond met de portretten van Kenneth Aidoo.
Arab over zijn recente werken:
“Na mijn solo bij het SBK in 2017 ben ik vooral bezig geweest met het ontwerp van mijn schilderijen. Ik had het idee om immigratie te verbeelden in een fantasie setting zonder de clichés van het genre “fantasie” te gebruiken. Ik ben gaan nadenken over hoe ik immigratie zou verwoorden in steekwoorden en kwam op een aantal woorden: identiteit, vreemden, verhuizen maar ook eenzaamheid.
Naast dit idee ben ik ook na gaan denken over de sfeer in mijn schilderijen. Mijn schilderijen hebben een sombere sfeer maar toch zijn het kleurrijke schilderijen. Dit wilde ik behouden en zo kwam ik op het idee om een persoon in een vrij lege kamer te verbeelden. De persoon verbergt zich achter een alter ego en draagt een masker. Het masker wordt de identiteit van het persoon. Een serie van drie schilderijen is hieruit voortgekomen.
Als kunstenaar vind ik het belangrijk dat mijn schilderijen een schilder technische eigenheid hebben. Het verhaal laat ik meestal open voor de toeschouwer, omdat ik van mening ben dat een kunstwerk ook een persoonlijke band moet vinden met de toeschouwer en open staan voor interpretatie. Ik verbeeld een setting waarin een verhaal gesuggereerd wordt. Ik ben me ervan bewust dat een voorgeschoteld verhaal makkelijker is om het schilderij te begrijpen. Toch kies ik er bewust voor om dit niet te doen, omdat ik het verbeeldingsvermogen van de mens van onschatbare waarde vind. Mijn schilderijen zijn een middel om dat vermogen te gebruiken. Ik vind de vrijheid om aan een idee voor een schilderij te werken fascinerend, omdat men er nooit van uit moet gaan dat een idee goed is. Maar het geloven in het idee is belangrijk voor elke kunstenaar. Maar ook de vrijheid om terug te keren naar een oud idee. Zo maak ik nog steeds vrouwen portretten en gebruik ik nog regelmatig mijn roots als vertrekpunt om een schilderij te maken.”