SBK Art voucher, art as a present

Senegal meets Suriname

20/10/2018 - 05/11/2018 @ SBK Galerie 23 Hedendaagse Afrikaanse Kunst KNSM

Dit najaar brengt Galerie 23 een hommage aan de Senegalese kunstenaar Cheikh Diouf. Zijn bijzondere sculpturen worden gecombineerd met de kleurrijke schilderijen van de Surinaamse kunstenaar George Struikelblok.

CHEIKH DIOUF: DE CONDITION HUMAINE IN KLEI

Cheikh Diouf (1949, Fatick, Senegal) is, zegt hij, bijna als kunstenaar geboren. Hij woonde met zijn familie in een klein dorpje op het platteland. Zijn vader verdiende zijn brood als landarbeider. Als kind ging Cheikh met hem mee het land op. Hij liep achter de ploeg en pakte stukken van de omgeploegde en daardoor wat vochtige aarde en probeerde er poppetjes van te kneden. Hij vertelt deze anekdote met een serieus gezicht. Alsof het niets bijzonders is. Het verhaal is echter een perfecte illustratie van zijn kunstenaarsschap.

Diouf is geïnteresseerd in mensen. Hoe ze leven, denken, werken, vrijen en zich verhouden tot hun omgeving. Die condition humaine probeert hij uit te drukken in zijn menselijke figuren. Soms zijn ze klein, in andere gevallen zijn ze levensgroot. Soms zijn het eenlingen, andere werken bestaan uit een groepje mensen. Een gezin of een groepje figuren dat anderszins bij elkaar hoort. Omdat ze iets met elkaar aan het doen zijn of omdat ze samen iets meemaken. Soms zijn de sculpturen statisch, in andere gevallen heeft Diouf hun beweging als het ware bevroren. Soms zijn ze van klei en gehard in een oven, andere sculpturen zijn gemaakt van klei vermengd met touwrafels. Die laatste werken laat hij op een natuurlijke manier harden, zodat ze de textuur krijgen van een woestijn die te lang geen water heeft gekend.

Veel beelden zijn volledig en benaderen de realiteit, bij andere beelden is het lichaam een ijzeren geraamte, een staketsel gemaakt van betonijzer. Hoofd, handen en voeten zijn van klei. Daarmee suggereert hij niet dat het lichaam onbelangrijk is, hij benadrukt alleen dat je in de gewone omgang met mensen alleen maar kennismaakt met hun hoofd, hun handen en hun onderbenen. Daarmee drukken ze zich vooral uit. Zo geven ze zich letterlijk en figuurlijk bloot. In een enkele sculptuur zit in het hoofd een ander hoofd verstopt. Een wat griezelig uitziende concretisering van de gedachtewereld.

Cheikh Diouf mag dan de laatste jaren vooral sculpturen maken, al dan niet gegroepeerd als een installatie, hij heeft ook jarenlang geschilderd. Dat waren vaak wat grof maar altijd expressief geschilderde verhalen. Wel ingehouden van kleur. Geëngageerd, moraliserend, vol verwijzingen en symbolen. Met westerse invloeden, maar zonder volledig losgezongen te zijn van de rijke, volkse, Afrikaanse traditie.

In menig opzicht is het persoonlijke verhaal van Cheikh Diouf het verhaal van heel veel Afrikaanse kunstenaars. Zeker van zijn generatie. Hij had al vroeg de ambitie om kunstenaar te worden, maar dat streven werd nauwelijks begrepen laat staan ondersteund door zijn naaste omgeving. In een leven van overleven is kunst maken een overbodige, luxe bezigheid. Daar valt geen droog brood mee te verdienen. Diouf heeft zijn opleiding met veel moeite en in stukjes en beetjes weten te voltooien. In de hoofdstad Dakar. Om door te kunnen gaan maakte hij tussendoor kunstnijverheidsobjecten die wel wat opbrachten, maar bleef daarnaast stug verder werken aan zijn oeuvre. Zijn gedrevenheid, zijn vaardigheid en zijn overtuiging probeert hij over te dragen, door schoolkinderen het vak bij te brengen. Om niet, tussen de bedrijven en de reizen door.

Sinds het begin van de jaren tachtig exposeert hij zijn werk regelmatig. Niet alleen in zijn vaderland, maar ook steeds meer daarbuiten. In Frankrijk, België en nu ook in Nederland. Zijn tentoonstelling in Galerie 23 is zijn eerste Amsterdamse presentatie.

Rob Perrée
Amsterdam, juli 2007.

GEORGE STRUIKELBLOK: DE VERRASSING REGEERT

Het is niet altijd mogelijk om de kwaliteit van een kunstwerk duidelijk in woorden uit te drukken. Soms is er domweg sprake van een emotie die wordt geraakt. Dan laten woorden het afweten. Meestal spelen verschillende factoren een rol. In samenhang, strijdend om voorrang of in samenspel. Vervreemding en verrassing tellen voor mij zwaar. Met name die laatste factor regeerde toen ik het ‘verborgen’ werk van George Struikelblok onlangs zag. Hij had het een paar jaar achtergehouden, omdat hij eerst het effect ervan in zijn nieuwe werk wilde afwachten.

Het oeuvre van Struikelblok wordt al vele jaren gekenmerkt door een grote levendigheid, in het oog springende, contrasterende kleuren, zwarte lijnen die suggereren omtreklijnen te zijn, geabstraheerde menselijke figuren, terugkerende symbolen, rijtjes letters zonder een vaste betekenis en Pollockiaanse druppels als een bindende factor. Het zijn werken die vooral opgeruimdheid en vrolijkheid uitstralen. De liefde is dan ook het overheersende thema. Ze hebben een hoge mate van herkenbaarheid. Vooral dat laatste kenmerk is zowel knap als gevaarlijk. “Een Struikelblok haal je er altijd uit. Hij heeft een duidelijke handtekening.” Een juiste duiding, maar die kwaliteit kan gaan knagen aan de kwaliteit van de verrassing. Struikelblok moet dat zelf ook gevoeld hebben. Opnieuw is het een gebeurtenis in zijn privéleven die hem tot ander werk heeft gebracht.
In een interview van vijf jaar geleden met Eva de Mulder zegt hij, naar aanleiding van zijn opleiding aan het Edna Manley College of the Visual and Performing Arts op Jamaica: “(…) ik tekende vooral realistisch: portretten, huizen, bloemen, veel opdrachten. Ik maakte wat de mensen wilden. Tijdens de opleiding op Jamaica moest ik iets vinden dat van mezelf was. Daar heb ik nachten van wakker gelegen. Hoe doe je dat, je je werk eigen maken? Na veel gesprekken kwam ik erachter dat de dood van mijn vader nog ergens diep zat weggestopt. Schilderen bleek voor mij dé manier om het verleden te verwerken en erover te praten.”

Is de opleiding en de ‘ontdekking’ op Jamaica bepalend voor het eerste deel van zijn nieuwe carrière, zijn overleden vader is opnieuw de aanleiding voor de huidige ontwikkeling. Struikelblok is er jarenlang vanuit gegaan dat zijn biologische vader al was overleden voordat hij op de wereld kwam. Een gesprek over zijn werk met de journalist Jaap Hoogendam leidt niet alleen tot een artikel maar ook tot een hernieuwde zoektocht naar het verleden van Struikelblok. Die tocht legt meer dan de gecompliceerde familiebanden bloot, ze levert tevens het bewijs dat de vader van Struikelblok pas na de geboorte van zijn zoon is overleden. Er duikt en passant ook een foto van de man op. Een jarenlang trauma krijgt een gezicht.

Door deze gebeurtenis wordt het pijnlijke verleden weer opgerakeld. De werken op papier die Struikelblok daarna maakt tonen de gevolgen. Ze verschieten van kleur. Ze zijn donker geworden. Somber. Soms komt de kleur rood voor, maar niet meer als symbool van de liefde. De werken zijn ook abstracter geworden. Op een kwetsbaar jongensfiguurtje na. Dat keert telkens terug. In een hoekje, grijs en onopvallend. De letters veranderen in emotionele, geschreven teksten die gaan over zijn vader of zijn oma. Er is een groter verschil tussen de werken. Zijn de achtergronden in zijn vertrouwde werk open, uitnodigend, bij deze zijn ze eerder gesloten, intiem.

De schilderijen die hij hierna heeft gemaakt, en waarvan er ook een aantal te zien is, lijken weer wat lucht te geven aan de somberheid. De kleuren komen terug, meestal nog in contrast met donkere vlakken. Het jongensfiguurtje ‘loopt’ er vaak nog doorheen. De herkenbare, vertrouwde beeldtaal is op zoek naar een nieuw uiterlijk. De omtreklijnen zijn verdwenen. Struikelblok is als het ware losgebrand. Hij heeft zich van de sjablonen ontdaan. Hij heeft ze niet meer nodig.
Ik heb geen idee in welke richting het werk van Struikelblok zich zal ontwikkelen. Waarschijnlijk weet hij dat zelf ook nog niet.
Hij heeft het lef gehad om persoonlijke pijn (opnieuw) toe te laten in zijn werk en het als het ware ter discussie te laten stellen. Inhoudelijk en qua vorm. Het verrassingseffect daarvan moet hem voldoening geven.

Rob Perrée
Amsterdam, 22 juli 2015.

Cheikh Diouf
Cheikh Diouf